zondag 10 augustus 2008

Wat is meditatie en waartoe dient het?

Meditatie is een praktijk van onderzoek die bedoeld is om een grotere transparantie in jezelf te krijgen, om inzicht te krijgen in het spel van gedachten, voorstellingen en gevoelens, en om die inzichten om te zetten tot een levende, belichaamde ervaring. Het is ontwaken tot de ware aard van je bestaan, die je als het ware live aan het werk kunt zien en vriendelijk kunt verwelkomen. Om je interne wereld echt te kunnen observeren, is volledige aandacht noodzakelijk voor wat er hier en nu is. Daartoe moet je aandacht dus ophouden met oordelen en evalueren of wat er is wel overeenstemt met wat er zou moeten zijn. Je moet dus in staat zijn niets te eisen of te verwachten. Meditatie is gewoon samenvallen met jezelf in plaats van met de voortdurende evaluator en commentator van jezelf. Zolang je iets wil zoeken, vinden of bereiken, zul je niets bereiken. Er valt gewoon niets te “bereiken”…

Meditatie is het beoefenen van aandacht. In vele gevallen zal het gaan om aandacht voor de oorzaken van het lijden en van het ontdekken van de leegte van die oorzaken. Maar het kan ook gaan om een oefening in het zich openen voor het mysterie van het leven en van al wat is, in ons en rondom ons. Als we in onze geest een aannemelijk beeld vormen van onze verbondenheid met anderen en met alles wat er is, dan zullen we die ook voelen. Meditatie is de weg naar verlichting…

Dat toont meteen ook het verschil in benadering in het Westen en in het Oosten: de Westerse mens houdt zich vaak bezig met terugredeneren over wat voorbij is en zoekt naar ingewikkelde conceptuele ketens van verklaarbare oorzaken en gevolgen om te begrijpen waarom hij geworden is wat hij is. Daar kan heel wat kostbare tijd mee zoek gemaakt worden. De Westerse mens probeert ook voortdurend de gebeurtenissen en de omgeving te controleren en naar zijn hand te zetten in de hoop zich dan goed te zullen voelen.
Maar meditatie is geen psychoanalyse en zeker geen manier om het leven te manipuleren. De Boeddhistische mens laat al die uiterlijke omstandigheden en de persoonlijke voorgeschiedenis gewoon los en probeert veeleer inzicht te krijgen in zichzelf en in zijn manier van omgaan met de wereld. Hij gebruikt de wet van oorzaak en gevolg (karma) niet om de schuld ergens anders te leggen, maar om inzicht te krijgen in zijn eigen reactiepatronen. Meditatie dient niet om de wereld te ontvluchten en “tot rust te komen” (hoewel dat natuurlijk goed kan doen en daar op zich niets op tegen is) dan wel om een blik te werpen op een andere manier van zijn en een andere invulling van het leven.

Gewoontepatronen laten zich niet gemakkelijk veranderen maar door met de aandacht steeds weer naar binnen te gaan en bij de ervaring te blijven, krijgt de aandacht een bepaalde kracht. Het wordt een specifiek instrument. In plaats van passief bepaalde stemmingen of belemmeringen te ondergaan, ontstaat daardoor een heel nieuw veld van mogelijkheden en ervaringen.
Als men emoties loskoppelt van concrete aanleiding en van het persoonlijke, aangename of onaangename aspect, kan men ze als een loutere stroom van energie gaan ervaren, die men er gewoon kan laten zijn.

Als men vervolgens de aandacht richt op het doel van die stroom van energie, kan men inzien dat die altijd gericht is op het bereiken van een toestand van meer geluk. Er zijn geen positieve of negatieve emoties. Alle emoties zijn gericht op meer geluk. Dat geluk kan men evenwel onmiddellijk toelaten en onmiddellijk ervaren zonder dat daartoe een bepaalde verandering in de buitenwereld noodzakelijk is. De mogelijkheid om het lijden te beëindigen en geluk te ervaren is immers altijd in ons aanwezig, net zoals de mogelijkheid om de zon te zien altijd in ons is. De zon is er immers altijd, ongeacht of wij ze zien of niet. Het is dus niet nodig die emoties te “uiten” of er enig verder gevolg aan te geven.
Als men anderzijds de aandacht richt op de bron van die stroom, kan men inzien dat de stroom altijd afkomstig is uit de bron van liefde en welzijn in ons. Dan kunnen we ook die liefde toelaten en ervaren zonder verder uiting of gevolg te moeten geven aan die stroom van energie. We moeten dus ook geen liefde “krijgen” van anderen maar we kunnen onmiddellijk liefde ervaren en ons lijden beëindigen als we ons openstellen voor de bron van liefde in onszelf. Dan kunnen we ook onmiddellijk mededogen voor alle andere mensen ervaren en glimlachen om onze problemen, een interne glimlach die een teken van de wijsheid is, en tegelijk een methode om tot wijsheid te komen…

Men kan dus als het ware surfen op de energie van de emotionele golven, in plaats van door de golven meegesleurd te worden. Het plezier van het surfen is het surfen zelf, niet het bereiken van een doel. Het komt er dan alleen nog op aan dit aanvankelijk intellectuele inzicht tot een existentiële werkelijkheid, tot een belichaamd weten te maken. Dat is waar meditatie behulpzaam kan zijn, niet door als een stenen beeld rechtop te blijven zitten of esoterische oefeningen of vreemde visualisaties in rare houdingen te doen, niet door intellectuele hoogstandjes van een “verlichte geest”, niet door het krampachtig vastgrijpen van het “nu”, maar door het ontwikkelen van een onvoorwaardelijke, aandachtige aanwezigheid. Het gaat niet om het beheersen of bedwingen van gedachten of emoties, maar om het zich niet meer laten meeslepen door gedachten of emoties. Dat is een subtiel maar cruciaal verschil…

Een leerling vroeg aan een Zen-meester: “Meester, wat is de essentie van Zen?”
De meester dacht even na en antwoordde: “Aandacht.”
De leerling zei: “Alleen maar dat? Er moet toch nog iets meer zijn?”
De meester dacht weer even na en zei: “Ja: aandacht, aandacht.”
De leerling drong aan: “Er kan toch niet alleen maar dat zijn? Er moet toch nog meer zijn?”
De meester dacht nog even na en zei: “Inderdaad: aandacht, aandacht, aandacht.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten