maandag 20 september 2010

Wat is uiteindelijk spiritualiteit?

Het begrip “spiritualiteit” kan op (ten minste) twee manieren gebruikt worden.

Enerzijds betekent spiritualiteit het denken op een hoger niveau van causaliteit, het ontwikkelen van een hoger, transcendent bewustzijn (zie de vraag over bewustzijn). Spiritualiteit is dan het wakker worden uit de gekte, uit de slaap van de vroegere identificaties, uit de talloze vormen van magisch en mythisch denken, uit het mechanische, automatische denken, om tot de loutere vreugde van het zijn te komen.
We moeten dus niets speciaals doen om tot spiritualiteit te komen, we moeten alleen iets loslaten. We moeten niets doen om vrij te zijn, we moeten alleen onze onvrijheid laten vallen, dan zijn we vrij. We moeten niets doen om gelukkig te worden, we moeten alleen ophouden met ongelukkig zijn. We moeten alleen begrijpen, we moeten alleen wakker worden.

Anderzijds wordt spiritualiteit ook gebruikt in de betekenis van nadenken over de diepere zin en de betekenis van het leven. Aangezien de betekenis van iets altijd ontleend wordt uit de plaats die het inneemt in een groter geheel, betekent dit nadenken over het grotere geheel. Dit is volwaardig mens zijn. Een bij vliegt van bloem naar bloem en verzamelt nectar. Zij is zich niet bewust dat zij deelneemt aan de bevruchting van de bloemen en daardoor uiteindelijk aan de evolutie van het leven. Zij heeft dat bewustzijn ook niet nodig want zij stelt zich geen vragen. De rijpere mens stelt zich wel vragen en heeft behoefte aan nadenken over de zin van zijn leven. Hij kan er zich niet mee vergenoegen als een bij te leven.

Een bewustzijn van de diepere zin en betekenis van het leven maakt het mogelijk de vele persoonlijke ongemakken en “tegenslagen” in het leven gemakkelijker te aanvaarden door ze in een groter kader te zien. Het grotere geheel, ongeacht hoe men dit verder benoemt, is er immers niet om voor onze voortdurende genoegdoening te zorgen.


Onder de oppervlakte kijken van alle fenomenen
– personen, dieren, planten en alle situaties –
tot in het onderliggende/bovenliggende, omliggende en alles verbindende etherische web van het alomtegenwoordige, alziende, alhorende, alproevende, alruikende, alrakende spirituele.
En je dan, terwijl je zo diep/ver in de werkelijkheid kijkt,
verbazen over de constante en continue scheppende kracht
van je eigen persoonlijke universum
en je zo gelukkig en licht voelen dat je besluit
om jezelf constant te herinneren aan die onuitsprekelijke aanwezigheid,
niet omwille van die aanwezigheid, maar omwille van jezelf.
En op die manier draag je dat bewustzijn liefdevol mee bij alles wat je doet,
altijd, wat er ook gebeurt.
Dat is spiritualiteit.

BAREFOOT DOCTOR

dinsdag 7 september 2010

Wat is wijsheid?

Wijsheid is het omgaan met de onvermijdelijke kloof tussen het wenselijke en het haalbare.
In het individuele leven heet dat levenswijsheid.
In een relatie heet dat relatievaardigheid.
In de samenleving heet dat politiek.
Het is een combinatie van conventionele intelligentie met emotionele en sociale intelligentie.
Het is omgaan met onze wensen en verlangens enerzijds en met de reële mogelijkheden en beperkingen anderzijds. Het is omgaan met het kind in ons en met de volwassene in ons. Het is omgaan met kortetermijnbevrediging en langetermijndoelstellingen.
Het is het bewandelen van de middenweg.

De Boeddha vergeleek wijsheid met de snaren van een luit. Als ze te hard gespannen zijn krijg je een schriel en scherp geluid. Als ze te slap gespannen zijn krijg je vormloze geluiden. Pas als ze matig gespannen zijn, krijg je warme tonen waarmee je muziek kunt maken. Wijsheid is fijnbesnaardheid.

Aristoteles zei reeds dat elke deugd door overdrijving een ondeugd wordt. Omgekeerd bevat dus ook elke ondeugd iets waardevols.
Dat is ook het idee achter de zogenaamde kernkwadranten van Daniël Ofman.

Wijsheden zijn geen wetenschappelijk, mathematisch of logisch aantoonbare waarheden. Een uitspraak als “Wie goed doet, goed ontmoet”, is geen wetenschappelijke waarheid. Een uitspraak als die van Kahlil Gibran: “Pijn is het breken van de schaal rond het begrijpen” is dat evenmin. Het zijn adviezen voor een gelukkiger leven, die men al dan niet kan aannemen. Wie dergelijke adviezen ter harte neemt en die wijsheid tot de zijne maakt, zal doorgaans vaststellen dat het leven er gelukkiger van wordt en dat ook anderen er beter van worden. Dat is ook waar het om gaat: wordt uw eigen leven en/of dat van anderen er beter van of niet. Niemand kan immers de objectieve “waarheid” of “onwaarheid” van dergelijke uitspraken aantonen.

Wijsheid is beseffen dat wij de wereld niet zien zoals ze is, maar zoals wij zijn. Vele denkers hebben dit gezegd en dit wordt bovendien ook wetenschappelijk steeds meer bevestigd. Onze waarneming is altijd gekleurd. Dat betekent dat wat wij in de wereld en in de anderen zien, grotendeels een projectie van onze eigen innerlijke ingesteldheid is. Wie het leven als een strijd ziet, kijkt vanuit een ingesteldheid van oorlog. Wie het leven als saai en banaal ziet, kijkt vanuit de saaiheid en de banaliteit in zichzelf. Wie de wereld als een wonder ziet, kijkt vanuit een ingesteldheid van verwondering. Wat we op die manier denken te “zien”, bevestigt dan de “juistheid” van onze innerlijke ingesteldheid. Marianne Williamson merkte op: “ons vermogen om ons blind te maken voor de schoonheid en het wonder van de wereld is fenomenaal.” Confucius zei dat wie in de ander een Boeddha ziet, een Boeddha in het hart heeft, terwijl wie de ander als een onmens ziet, onmenselijkheid in het hart heeft…

Wijsheid is beseffen dat het leven in wezen goed is. Het leven is het ultieme goede en het goede is het leven. Al wat goed is, is een uiting van het leven. Leven is het enige wat nodig is, de enige reden om gelukkig te zijn. Al te veel mensen beseffen evenwel slechts op het einde van hun leven of ter gelegenheid van een ernstige ziekte, dat het leven het enige goed is dat echt kostbaar is. Geen enkele bezitting en geen enkel vastgoed weegt op tegen het “levensgoed”.

Wijsheid is beseffen dat het leven altijd onbegrijpelijk en onvoorspelbaar is en dat veiligheid, zekerheid en voorspelbaarheid illusies zijn. Het leven ontsnapt altijd aan onze pogingen het in theoretische begrippen en regels te vatten en een orde op te leggen waardoor we het zouden kunnen “begrijpen”. Het leven is creatie, een avontuur. De enige passende houding is een open houding van nieuwsgierigheid naar het avontuur, als een reiziger, als een onderzoeker, als een antropoloog. Er zijn geen positieve en negatieve gebeurtenissen, er zijn alleen merkwaardige, verrassende gebeurtenissen.

Wijsheid is het onderscheid kennen tussen belangrijke en onbelangrijke dingen. Vele mensen vinden hun bezittingen, hun woning, hun succes, hun carrière, hun status, hun populariteit het belangrijkst. Daarnaast spreken ze over de “kleine dingen” zoals wakker worden ’s ochtends, de zon zien, de lucht zien, ademen, het lichaam kunnen bewegen, kunnen opstaan en lopen, hun hond of hun kat kunnen aaien, bloemen kunnen bekijken… In werkelijkheid zijn dat nochtans de belangrijke dingen, de wonderlijke dingen waar we ons kunnen over verwonderen. Vaak hebben mensen het nodig de dood in de ogen te kijken, alvorens te beseffen dat ze al wat ze belangrijk vonden graag zouden willen geven om dat ene terug te krijgen wat echt belangrijk is: het leven. Dat is het ene dat niet meer terug te krijgen is. Al de rest is in feite bijkomstig…

Wijsheid is beseffen dat al wat wij en anderen doen en al onze emoties van een goede intentie vertrekken en het goede tot doel hebben. Alleen zijn onze emoties en onze daden soms te klein, te kortzichtig, te onwetend. Alleen zijn we te veel gehecht aan bepaalde zaken die we denken nodig te hebben en verzetten we ons te veel tegen andere. Vandaar dat de Boeddha zei: alle kwaad komt van onwetendheid. Onwetendheid over wat werkelijk tot het goede leven en tot geluk kan leiden. Niemand wordt gedreven door het kwade om het kwade. Altijd is er het geloof dat men zich door een bepaalde daad beter zal voelen. Iedereen probeert zich immers goed te voelen. Alleen weet niet iedereen even goed hoe dat te doen. Als men met mededogen naar een misdadiger kijkt, vindt men altijd een ongelukkig kind. En een kind probeert in zijn onwetendheid van zijn onwelzijn af te komen door wild om zich heen te trappen, tegen al wat toevallig in de buurt is, mensen en dingen. Een volwassene kent andere methoden, hij kan in therapie gaan, een gedicht schrijven of een boek lezen. Een kind trapt om zich heen. Een kind weet niet beter. Vele kinderen leven in volwassen lichamen.

Wijsheid is ook beseffen dat niet alles om je eigen persoon draait, dat het universum er niet is om het je naar de zin te maken en dat vele ongelukkige gebeurtenissen het gevolg zijn van blinde (onwetende!) krachten en niet van een vijandige aanslag van slechte mensen op jouw hoogstpersoonlijk welzijn. Blinde krachten in de vorm van een boom die op je valt, die op je kind valt, of blinde krachten in de vorm van een ongelukkig mens die op je valt, die op je kind valt, omdat je toevallig op de plaats bent waar die blinde krachten samenkomen. Wijsheid is de wereld aanvaarden zoals ze is, in plaats van ze te zien door de bril van “leuk” of “niet-leuk”. Met de woorden van Seneca: “… een beetje minder spijt over het verleden, een beetje minder angst voor de toekomst, en een beetje meer liefde voor het heden.”

Wijsheid is ook het leven zien als een prachtige reis op een prachtig cruise-schip. Het schip doet de prachtigste plaatsen aan: Madagascar, de Malediven, de Balearen, de Caraïben, Australië, Polynesië… Maar de meeste passagiers vergeten naar buiten te kijken en zijn volkomen in beslag genomen door de kleine probleempjes met hun comfort, met het eten, met het slapen, met hun kleding, met het nagaan of de buurman niet meer heeft gekregen dan zij zelf, of ze niet teveel moeten betalen voor hun extra drankjes… En ondertussen schuiven de prachtigste landschappen voorbij… Tot men aan het einde van de reis vaststelt dat het een enkele reis was, er is geen terugkeer, wat men niet gezien heeft is voorbij, men is vergeten gelukkig te zijn.

zondag 5 september 2010

Wat is de tijd? Wat is een goed tijdsgebruik?

De vraag naar het bestaan van de tijd komt uiteindelijk neer op de vraag naar het bestaan van beweging. Het idee van tijd is immers onlosmakelijk verbonden met het idee van beweging, net zoals afstand onlosmakelijk verbonden is met het idee van ruimte. Men zou zich ook kunnen afvragen of afstand wel bestaat. Afstand is gewoon een maat voor de ruimte zoals tijd een maat is voor beweging.

Als niets beweegt, is er ook geen tijd. Tijd is een maat voor het evalueren van beweging. Omgekeerd meten we de tijd met behulp van beweging: de beweging van de aarde om haar as, de beweging van de aarde om de zon, of de beweging van een radertje in een uurwerk of van atomen in een atoomklok.
Vóór het universum bestond, was er dus ook geen tijd, omdat er eenvoudigweg geen beweging was.
Als het universum ooit zal ophouden te bestaan, zal ook de tijd ophouden te bestaan omdat er geen beweging meer zal zijn. Dat zal dan niet de eeuwigheid zijn, maar de tijdloosheid.

Daarnaast kan onderscheid worden gemaakt tussen de externe kloktijd en de interne tijdsbeleving. De externe kloktijd is een afspraak die nodig is om het leven te organiseren en afspraken te maken. Hij is te vergelijken met de afmetingen van een landschap in kilometer. Dat is een handige maat, maar het zegt niets over de beleving van dat landschap. De tijdsdimensie staat naast de drie dimensies van de ruimte.

Een probleem is dat mensen steeds meer volgens de externe kloktijd (het agenda) leven en bijna geen vat meer hebben op hun interne tijdsbeleving. We dreigen een soort automaten te worden die gestuurd worden door de tijd en door de waan van de dag. Zelfs van kinderen is de tijdsbesteding al bijna tot op de minuut geregeld. Tijd om na te denken is er niet meer bij. Je moet altijd iets te doen hebben en je moet het liefst druk hebben. Er is geen tijd meer om tijd te hebben…

Wat is het geheim van een goed tijdsgebruik?

Men kan niet meer tijd in het leven brengen.
Men kan wel meer leven in de tijd brengen.
Leef elk moment alsof het je laatste is.
Leer elk moment alsof je eeuwig zult leven.