zaterdag 20 september 2008

Ik zoek al zo lang naar het geluk. Wat kan ik doen om gelukkig zijn?

Juist dat zoeken is precies het probleem!!!

Zolang je het geluk zoekt, zul je het nooit vinden!
Het geluk is immers niet ergens te vinden. Het is niet iets wat je kunt vinden en het is geen plaats om naartoe te gaan. Het kan alleen in het nu beleefd worden. Maar zolang je zoekt, ga je er in feite van uit dat het heden niet voldoet, dat je nu niet gelukkig kunt zijn! De oorzaak van je ongelukkig zijn is echter juist deze negatieve beoordeling, dit afwijzen van wat er nu is.
Daardoor creëer je een onoplosbare paradox: juist het zoeken om je beter te voelen, maakt dat je je niet beter kunt voelen …

In feite moet je alleen maar beseffen dat je helemaal niets moet doen.
Je kunt alleen hier en nu naar de plaats in jezelf gaan waar je al gelukkig bent, de plaats achter alle gedachten en gevoelens die zich in je kunnen voordoen. Maak contact met de plaats in jezelf waar je heel en compleet bent, waar je niets en niemand nodig hebt, en waar je dus in liefde en geluk kunt zijn. Als je diep in jezelf gaat, onder alle lagen van gedachten en emoties die er door je opvoeding en je ervaringen bijgekomen zijn, vindt je die plaats altijd. Zoals er achter de wolken altijd de zon is. Maar soms zijn de wolken heel dik…
Het is als duiken in de zee. Hoe woelig en stormig het aan de oppervlakte ook is, als je diep genoeg duikt vindt je altijd rust en sereniteit en schoonheid. Je moet alleen beseffen dat die plaats er altijd is en altijd beschikbaar is!

Gelukkig zijn of niet-gelukkig zijn, is immers een manier van zijn, een patroon, een dans die niet bepaald kan worden door wat zich in de buitenwereld voordoet.

Als je nu niet gelukkig bent, dan zal niets van wat zich in de buitenwereld kan voordoen, kunnen maken dat je wél gelukkig bent. Niets uit de buitenwereld kan je immers anders maken dan je bent. Niets uit de buitenwereld kan iets toevoegen of iets wegnemen van wat je bent.

Het heeft ook weer iets te maken met de verwarring tussen plezier en geluk.
Uiteraard is het plezierig, fijn en heel aangenaam als je in goede gezondheid bent, als het mooi weer is, als je in een fijn restaurant kunt eten, als mensen vriendelijk voor je zijn, als je een goede baan hebt, als je op vakantie kunt gaan, als je een lieve partner hebt, enz. Maar toch zijn al deze plezierige dingen geen noodzaak of garantie voor geluk. Eens je iets gekregen hebt en de eerste verrukking daarover voorbij is, keer je meestal immers al snel terug naar je gewone manier van zijn. Heel wat mensen die al die dingen hebben, zijn overigens allerminst gelukkig.
Als je daarover nadenkt, dan kan de enige conclusie alleen maar zijn dat niets je manier van zijn kan veranderen, tenzij jezelf. En om zelf je manier van zijn te veranderen, heb je helemaal niets nodig uit de buitenwereld! Alleen je eigen bewustzijn is nodig, en is ook voldoende.

Probeer je eens iets voor te stellen wat je denkt nodig te hebben om gelukkig(er) te zijn. Iets wat je gelukkig zou “maken”. Probeer je dan voor te stellen dat dát wat je denkt nodig te hebben om gelukkig te zijn, er al zou zijn. Probeer je voor te stellen hoe je je dan zou voelen. Als je je kunt voorstellen dat je je dan gelukkig zou voelen, dan kun je dat ook nu, ook zonder de aanwezigheid van dat wat je dacht nodig te hebben. Je hoeft je welzijn niet langer te laten afhangen van uiterlijke omstandigheden. Het gaat om jezelf en er is niets essentieels aan jou veranderd. Al wat je nu kan, kan je dan ook en al wat je dan zou kunnen, kan je ook nu. De wereld is immers nog steeds dezelfde en jijzelf bent ook nog steeds dezelfde. Laat die ervaring tot je doordringen en besef dat het een gebeuren in jezelf is, een ervaring van jou die je kunt vasthouden, die bij jou hoort en op elk moment beschikbaar is, zodat je ze in feite op elk willekeurig moment kunt ervaren.

Het is dus niet zo verstandig je ervaring van geluk te laten afhangen van het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde dingen of ervaringen. Het is veel verstandiger nu meteen gelukkig te zijn. Als je echt gelukkig wil zijn, wees het dan!

Maar maak ik me dan niets wijs? Maak ik me niet blij met een dode mus?

Dan maak je je alleen niet langer wijs dat je gelukkiger zou zijn met een levende mus. Dan maak je je gewoon niet langer wijs dat je geluk afhankelijk zou zijn van het feit of een mus levend of dood is. Daar gaat het dan niet meer over. Dan kijk je naar het grotere geheel. Dan kijk je naar het mysterie van een wereld waarin zowel levende als dode mussen voorkomen. Net zoals er levende en dode mensen zijn.

Een Oosters gezegde zegt: “Een goed tuinman ziet de roos in de compost en de compost in de roos.” Hij treurt niet om de roos of om de compost en hij is er evenmin blij mee. Hij beleeft de dingen op een hoger niveau waarin hij het complexe samenspel van rozen en compost ziet. Hij begrijpt dat beide even belangrijk zijn. De rozen die er nu zijn, zijn gegroeid op de compost van de rozen die er vorig jaar waren, en zij vormen de compost voor de rozen die er volgend jaar zullen zijn.
Dat is het niveau van David Hume die zei: “Wanneer ik dood zal zijn, zullen de bestanddelen waaruit ik ben samengesteld, nog steeds deel uitmaken van het universum en zij zullen even nuttig zijn in het grote geheel als toen zij deel uitmaakten van dit individuele organisme.”
Dat doet mij dan weer denken aan een ander gezegde (van een mij onbekend auteur) dat zegt: “De levenden sluiten de ogen van de doden. De doden openen de ogen van de levenden.”

Als je op dat niveau naar de dingen kijkt, dan kom je ook tot een ander niveau van emotionaliteit. Dan leer je gelukkig te zijn om de enige goede reden: het feit dat je in leven bent, dat je deel mag zijn van dit wonderlijke proces waarin zovele levende en overleden mensen een rol hebben gespeeld en spelen.

Het antwoord op de vraag wat dingen betekenen, hangt dan ook af van het antwoord op de vraag: voor wie? Dat geeft een heel andere kijk op de nobele waarheid van de Boeddha dat alle lijden een gevolg van onwetendheid is.


Kan ik mij dan altijd en overal goed voelen?

Ja.

Kunnen mensen met een ziekte, met kanker of met een invaliditeit ook gelukkig zijn?

Ik hoop dat u niet denkt van niet want dan zou u heel wat mensen veroordelen tot ongelukkig zijn.
Ik heb ooit een vrouw die ter wereld was gekomen met spina bifida (een zgn open rug) en die dus heel haar leven in een rolstoel moest doorbrengen, horen zeggen: “Het enige verschil tussen normaal leven en leven met een beperktheid, is dat je met een beperktheid heel wat meer over het leven moet nadenken.”

Waarom is het lijden dan zo universeel?

Evolutionaire psychologen nemen aan dat dit soort vaste patronen, dat zo frequent en universeel is, een evolutionaire functie moet hebben. Het is inderdaad een patroon dat iedereen, van baby tot bejaarde, lijkt te kennen, zonder dat het expliciet aangeleerd of voorgedaan moet worden.

Het voordeel lijkt te zijn dat men daardoor aandacht en hulp aantrekt. Ook bij dieren komt dit gedrag voor.
Gelukkig-zijn zou dus nadelig kunnen zijn: mensen gaan denken dat het je goed gaat en dat je niets nodig hebt. Op die manier kan men kansen missen…
Maar is het soort aandacht dat men daardoor krijgt, wel het soort aandacht dat men wenst? Zielig-doen wekt weliswaar emoties op, maar dat gaat al snel om emoties van medelijden (“die arme kerel!”) en niet van respect of liefde. Medelijden leidt bovendien al snel tot minachting en zelfs tot misprijzen (“de sukkel, de zielepoot!”). We hadden best kunnen begrijpen dat Nelson Mandela als een gebroken en lijdend man uit de gevangenis was gekomen, maar we zouden hem er niet om bewonderd hebben. Liefde vereist een minimum aan respect en bewondering…

Moet ik dan alles zomaar aanvaarden en goed vinden?

Gelukkig zijn en aanvaarden dat de dingen zijn zoals ze zijn, betekent niet dat je alles ook goed moet vinden. Maar net zoals het geen zin heeft om het weer van morgen te bestellen, heeft het geen zin te eisen dat het leven zich op een bepaalde manier zou gedragen. Natuurlijk is er veel lijden en zijn er veel dingen die veel beter zouden kunnen. Gelukkig zijn betekent niet dat je alles beoordeelt en vaststelt dat alles volmaakt is. Gelukkig zijn betekent bewust zijn van het grotere geheel en dankbaar zijn omdat je er bij mag zijn en omdat je mag bijdragen aan het verminderen van de onvolmaaktheid in de wereld. Maar dat doe je dan niet vanuit een ervaring van frustratie en onwelzijn, maar vanuit een ervaring van enthousiasme en volheid.

Kan ik zo ook anderen gelukkig maken?






Je kan anderen niet gelukkig maken. Je kan anderen ook niet ongelukkig maken. Mensen kunnen alleen zichzelf gelukkig of ongelukkig maken. Maar jouw manier van zijn kan anderen wel inspireren. Je zaait als het ware geluk om je heen. Maar of het zaad ook wortel zal schieten, daar heb je geen macht over, en dus ook geen verantwoordelijkheid. Je verantwoordelijkheid is alleen wat je zelf doet.


maandag 15 september 2008

Ik heb zo weinig wilskracht. Hoe kan ik meer wilskracht krijgen?

Er bestaat niet zoiets als wilskracht. Al onze kracht is emotionele kracht. Het is de kracht van de emoties die opgewekt worden door de woorden en beelden in ons interne theater.

Hebt u al mensen ontmoet die met een sombereengekwelde blik beweren wel op vakantie te willen gaan maar daartoe de nodige wilskracht te missen? Hebt u al mensen ontmoet die probeerden op vakantie te gaan maar die terug naar huis gekeerd waren omdat het nietlukte vanwege de verkeersopstoppingen en de wegomleggingen? Ik durf wedden van niet. Hoe doen mensen het om zich te motiveren om op vakantie te gaan? Ze projecteren in hun mentale theater, in de bioscoop van hun geest, beelden van de vakantiebestemming en van de leuke vakantie-activiteiten, waardoor ze enthousiast worden en gaan popelen om te kunnen vertrekken. Mensen die enthousiast zijn, zijn niet van hun doel af te brengen. Zij hebben zonder moeite alle wilskracht, alle energie en alle zelfvertrouwen die nodig is om te komen waar ze willen zijn.

In wezen komt dit neer op leiderschap in het eigen leven. Leiderschap is het ontwikkelen van een visie, een toekomstbeeld, een project dat aantrekkelijk is en dat de koers bepaalt. Het uitvoeren van die koers is een zaak voor het management. Op een schip bepaalt de kapitein de koers terwijl de officieren en de matrozen instaan voor het implementeren van de aangegeven koers. Stephen Covey spreekt in dit verband over de management trap, de valkuil van een teveel aan management en een tekort aan leiderschap, vaak met het excuus van “te druk, geen tijd”. Maar wie geen tijd heeft om na te denken over leiderschap in het leven, heeft ook geen tijd om gelukkig te zijn.

Om effectief te zijn moet dit interne beeld zo concreet en realistisch mogelijk gemaakt worden. Als het beeld duidelijk en concreet voor ogen staat, zullen de emoties en het lichaam dit gemakkelijk tot realiteit maken. In dit verband werd bijv. aangetoond dat sportbeoefenaars die zich louter in hun verbeelding trainen, in een soort meditatie, het vaak beter doen dan anderen die een “echte” training deden.

Daar tegenover staan de mensen die zeggen “Ik weet wel dat ik zou moeten stoppen met roken, maar het is zo moeilijk!” denkt u dat die in hun geest beelden projecteren die enthousiasme opwekken? Denkt u dat die gemotiveerd zijn om te stoppen met roken? Denkt u dat die staan te popelen om te stoppen met roken? Denkt u dat die zullen stoppen met roken?

Wie gemotiveerd is, vindt altijd een manier om zijn doel te bereiken.
Wie niet gemotiveerd is, vindt altijd een excuus.