woensdag 21 september 2011

Zelfmoord(preventie): het verdriet van de minister


Het nieuws kwam voor psychotherapeuten en andere hulpverleners niet bepaald als een verrassing: de cijfers voor zelfdoding zijn opnieuw gestegen en meer dan 1.000 Vlamingen lieten in 2009 het leven door zelfdoding, ruim 1,5 maal meer dan het Europese gemiddelde. Uit cijfers van het RIZIV blijkt overigens dat in 2009 niet minder dan 263 miljoen dagdosissen antidepressiva verkocht werden. De bevoegde minister verkondigde op de ochtendradio dat de toename hoofdzakelijk aan de economische crisis te wijten zou zijn. Een bekend psychiater verklaarde dat de crisis en de onzekerheid 'volgens wetenschappelijk onderzoek' inderdaad stressoren zijn die mede verantwoordelijk zijn voor het aantal zelfdodingen. De onmiddellijk voorgestelde 'remedies': méér psychiaters en psychotherapeuten, méér opvang en begeleiding, samen met een verdere verlaging van de drempel naar de hulpverlening, getuigen niet van veel inspiratie en komen letterlijk neer op dweilen met een open kraan.

Dit soort redeneringen, waarbij wordt beweerd dat een bepaald gedrag het gevolg zou zijn van externe omstandigheden en allerlei 'factoren', wordt wel vaker gehanteerd. Het probleem met dit soort 'verklaringen' is dat zij de mens reduceren tot een slachtoffer, een willoos product van externe omstandigheden en diverse wetenschappelijk klinkende 'factoren'. De moderne mens wordt kennelijk geleefd door 'factoren' en het in kaart brengen van deze 'factoren' heeft de plaats ingenomen van het aanleren en beoefenen van een bestaansethiek en een levenskunst. Een dergelijke 'verklaring' past uiteraard in het huidige kwetsbaarheidsdiscours en in de slachtoffercultuur maar gaat voorbij aan de keuzevrijheid van de mens om op een eigen, individuele wijze met deze omstandigheden en 'factoren' om te gaan. Het is een 'psychologiserende' verklaring die helaas de echte 'psyche' van de mens wegpsychologiseert...

De wetenschap verklaart alles maar begrijpt niets. De mens is immers geen robot met onveranderlijke reactiepatronen maar toont precies zijn individualiteit in zijn individuele reactie op de omstandigheden. Een depressie of een eventuele beslissing tot zelfdoding is dan ook nooit een onvermijdelijk gevolg van omstandigheden maar is altijd een persoonlijke reactie op welbepaalde omstandigheden. Een depressie is een toestand die ontstaat als men gaat geloven een hulpeloze gevangene te zijn van een uitzichtloze en hopeloze situatie. De vele mensen die zich gevangen voelen in een geestdodende 'job', in een vreugdeloze relatie, in verstikkende gezinssituaties, in een uitzichtloze financiële impasse of in de oeverloze saaiheid van de dictatuur van zekerheid en normaliteit, zijn dan ook kandidaten voor depressie en zelfdoding. De mens wordt immers veel meer bepaald door zijn voorstellingen van de toekomst dan door zijn voorstellingen van het verleden en wie zich niet meer met enthousiasme in de toekomst kan projecteren, heeft geen zin meer om te leven.

Vele jongeren willen niet meer leven in de maatschappij die hen wordt aangeboden. Zij voelen zich gevangen in een 'samenleving' van onverschilligheid en individualisme, van niets ontziende vermarkting en achteloze omgang met de aarde en met het wonder van het leven, met zinloze conflicten en een schreeuwende ongelijkheid tussen rijken en armen, zowel in eigen land als in de wereld. Als jongeren tot zelfdoding overgaan, is dat het gevolg van hun 'conclusie' van de zinloosheid van het leven in een samenleving van miss-verkiezingen en popfestivals, idolen, sportverdwazing, modegekte, de meest sexy vakantiebestemmingen, de hipste citytrips, de leukste plekken, de nieuwste snufjes, maar ook van grofgebektheid in plaats van argumentatie, impulsiviteit in plaats van bezonnenheid, festivals en fuiven in plaats van bezinning en verdieping, en oppervlakkige frivoliteit in plaats van diepgang. Een samenleving waar wel solidariteit gepreekt wordt maar waar gespecialiseerde tijdschriften en advieskantoren mensen tevens aansporen om vooral zoveel mogelijk van hun vermogen aan zichzelf en aan hun kinderen te geven en zo weinig mogelijk aan 'de fiscus' (die nochtans nagenoeg de enige instantie is die voor een bescheiden herverdeling van de welvaart kan zorgen), leidt als vanzelfsprekend naar een totaal gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid en enthousiasme. De enige helden lopen over een voetbalveld of staan op een podium met dreunende oergeluiden hun futiele 'boodschappen' uit te roepen. De futiliteit van dit alles kan afgemeten worden aan het antwoord op de vraag: "Wie wordt hier wezenlijk beter van?" of "Wat draagt dit wezenlijk bij aan de samenleving?"

In een consumptiemaatschappij die ons voorhoudt dat geluk en levenskunst een kwestie van 'lifestyle' en consumptie is, is er een legale graaicultuur en een illegale graaicultuur, zoals er een legaal drugsgebruik en een illegaal drugsgebruik is. Er is de graaicultuur van de straat, zoals die recent in Londen en andere steden tot uiting is gekomen, en er is de graaicultuur van de hoge pieten in de zakenwereld, de banken, de administratie en de politiek. De eersten worden opgepakt en krijgen hun 'verdiende' straf, de tweeden putten volkomen legaal en ongestraft uit de gemeenschappelijke kas. Niet te verwonderen dat een (Franstalig) beeldschoon 22-jarig meisje van rijke afkomst en met alle kansen - door haar moeder, tevens arts, verwezen wegens 'depressie' - mij ooit zei: “La vie? C’est de la merde!” (In het huidige jongeren-Nederlands: “Life is shit!” of “Het leven is kut!”). Waarom zou een meisje dat tot dergelijke "conclusie" is gekomen, nog verder willen leven?

Jongeren en volwassenen zijn daardoor nauwelijks nog bestand tegen de normale problemen van het leven die al snel als 'tegenslagen' worden bestempeld. De frustratiedrempel is angstaanjagend laag geworden en bij de geringste 'tegenslag' of het kleinste 'verlies' worden remedies en 'hulp' van 'deskundigen' ingeroepen. Dit wordt soms ook 'hooggevoeligheid' genoemd, tenzij door een psychiater een andere 'diagnose' van naar keuze: autisme, chronische vermoeidheid, depressie, schizofrenie of iets anders werd gesteld, waarna de onvermijdelijke geneesmiddelen worden voorgeschreven die dit moeten 'behandelen'. Ook spiritualiteit en mindfulness worden overigens vaak als een soort medicijnen beschouwd waarvan een 'oplossing' wordt verwacht.

In een wereld waar alles koopbaar en beschikbaar is en waar vele jongeren alles al hebben en alles al meegemaakt hebben, valt er niets meer te verlangen en zonder verlangen wordt het leven een troosteloze ervaring, een 'bore-out'. Mensen weten soms nog wel wat ze zouden willen hebben, maar niet wie ze zouden willen zijn. We zijn terecht gekomen in een wereld van idolen die de plaats hebben ingenomen van idealen. Een idool is een welbepaald persoon en idool-zijn is voor slechts weinigen weggelegd. Alle anderen kunnen alleen maar volgelingen zijn. Idolen leiden tot frustratie. Een ideaal daarentegen is een idee dat voor iedereen inspirerend en enthousiasmerend is, waarbij iedereen zich betrokken en aangesproken kan voelen. Het is de motor van elke belangrijke maatschappelijke verandering. Een ideaal wekt verlangen, maakt enthousiast en geeft zin om te leven. Wie zin heeft om te leven, kan alle moeilijkheden aan. Voor wie geen zin heeft om te leven, lijkt elke moeilijkheid onoverkomelijk.

In onze samenleving verwachten mensen (het is een ‘recht’, 'de overheid moet maatregelen nemen') dat men het goede leven wel vanzelf tegen het lijf zal lopen. Dat valt vaak tegen. Als het leven niet vanzelf goed loopt of zelfs mislukt, roept men dat het leven niet maakbaar is en dat de wereld een puinhoop is. Het is de wereld waarover de Franse filosoof Michel Foucault zei: “In onze maatschappij is nauwelijks iets over van het idee dat jezelf, je leven, je eigen bestaan het belangrijkste kunstwerk is waarop je je moet toeleggen.”

Waarom zouden wij van jongeren meer wijsheid en zingeving kunnen verwachten dan van onszelf? Tijd om wakker te worden! Tijd voor verandering! Tijd om de oproep van Karl Popper ter harte te nemen: “Optimism is a moral duty.” Tijd om het bewustzijn van jongeren en van de samenleving te voeden met inspirerende, zin-gevende, enthousiast-makende beelden en projecten voor een samenleving en een beschaving van de toekomst. Dat is de beste (zoniet de enige) preventie voor depressie en zelfdoding.