vrijdag 23 december 2011

Over psychopaten en andere mensen

Een bekend psychiater, die ooit al eens liet verstaan dat iedereen wel kenmerken van borderline vertoont, verklaarde onlangs in een radioprogramma dat er waarschijnlijk veel meer psychopaten in de samenleving rondlopen dan men graag zou denken. Dat hoeft niet echt te verrassen. Misschien bestaat er naast ‘hooggevoeligheid’, die inmiddels een robuust burgerrecht verworven heeft, ook zoiets als ‘laaggevoeligheid’ en misschien is dat dan wel de voedingsbodem voor psychopaten. Zoals voor alle menselijke kenmerken gaat het immers om een geleidelijk spectrum en niet om een zwart-wit onderscheid. Een ander bekend hoogleraar in de psychologie merkte recent overigens op dat een dosis narcistische of psychopathische trekken in de moderne samenleving met haar neoliberale marktideologie en haar waarden van 'vooruitkomen' en 'groei' eigenlijk goed van pas komt om 'het te maken.'

Psychopathie is bovendien alles behalve een klare en duidelijke diagnose. Men behelpt zich onder meer met een in 1991 opgestelde checklist van criteria, de ‘Hare Psychopathy Checklist Revisited’ (PCL-R). De checklist bevat 20 kenmerken die bij een bepaald persoon in meerdere of mindere mate aanwezig kunnen zijn. Psychopathie is dan wat met deze checklist wordt gemeten. Dat leidt tot een merkwaardige cirkelredenering: “Waarom vertoont iemand dat bepaalde gedrag? Omdat hij een psychopaat is! Oh ja, en euh, wat is een psychopaat ook alweer? Dat is iemand die dat bepaalde gedrag vertoont!” Dat is een gelijkaardige cirkelredenering als beweren dat iemand ongehuwd is omdat hij een celibatair is of overgewicht vertoont omdat hij aan obesitas lijdt. Deze werkwijze is nochtans gebruikelijk voor de meeste psychiatrische ziekten, vroeger ook geestesziekten genaamd.

Los van die methodische en diagnostische bedenkingen, rijst echter de vraag of alle psychopaten noodzakelijk ook criminelen zijn? Uit gegevens uit Nederland blijkt dat slechts zeer weinig psychopaten een moord begaan en dat de meeste psychopaten niet opgesloten zijn maar zich vrij in de samenleving bewegen. Men kan ze dus overal tegenkomen. Het zijn gewoon een beetje moeilijke mensen, weliswaar met een wat grotere neiging tot gewelddadigheid. Uit onderzoek blijkt anderzijds ook dat de meeste moordenaars geen psychopaten zijn. De meeste moorden gebeuren in een emotionele opwelling.

Zou het kunnen dat als het leven van bijvoorbeeld Ronald Janssen om een of andere reden een iets andere wending had genomen, hij misschien wel een goed ingenieur zou zijn geworden, of chirurg, of strafpleiter? Toch zou hij dan nog altijd een psychopaat geweest zijn want psychopaten zouden, naar algemeen wordt aangenomen, als dusdanig geboren worden en onbehandelbaar zijn. Zouden er dan bijvoorbeeld ook psychiaters of advocaten zijn die kenmerken van psychopathie vertonen? En juryleden? Een van de kenmerken van psychopathie is een gebrek aan inlevingsvermogen. Als men een ander mens (in dit geval een ‘dader’) als ‘monster’ afschildert, hoever reikt dan het inlevingsvermogen? En de ‘slachtoffers’ die de gerechtszaal uitlopen zodra er iets gezegd wordt dat niet strookt met hun idee van ‘monster’, getuigen die dan van veel inlevingsvermogen? En hoe kan er sprake zijn van ‘vreugde’ en ‘opluchting’ bij de bestraffing van de dader? Een bestraffing is toch een vorm van opgelegd lijden, waarover we ons toch niet kunnen verheugen? Lijden kan toch niet weggenomen worden door ander lijden? Zouden ingetogenheid en ingekeerdheid niet gepaster zijn? Is er niet ergens een moordenaar in elke mens en een mens in elke moordenaar? Is dat ‘monster’ uiteindelijk niet een ongelukkig mens? Zouden gelukkige mensen dergelijke feiten plegen? En wie van ons weet zo zeker hoe hij zich zou gedragen als hij langdurig ongelukkig zou zijn? Vele mensen zeggen toch dat ze “niet weten hoe ze zouden reageren” als een bepaalde feitelijkheid (echtscheiding, verlies van baan, overlijden van kinderen of andere naastbestaanden...) zich in hun leven zou voordoen? In hoeverre kan dat dan als ‘normaal’ beschouwd worden? Is het niet zo dat alleen mensen die zelf lijden, ook anderen doen lijden en dus kwaad doen? Mensen die van dichtbij met misdadigers te maken hebben, zeggen toch dat zij alleen maar ongelukkige mensen zien? Het prototype van het lijden dat tot kwaad leidt, is toch een kind dat zich niet goed voelt en zijn onwelzijn, zijn angst of zijn kwaadheid, van zich af probeert te zetten door zonder onderscheid tegen alles en iedereen te schoppen? Als een ongelukkig kind u een pijnlijke schop zou geven, zou u het dan een ‘verdiende’ schop teruggeven en zou u 'verheugd' en 'opgelucht' zijn omdat dit kind eindelijk zijn verdiende straf heeft gekregen? Ook de volkswoede (Tottenham, Athene… ) koelt zich overigens graag op openbare bezittingen.

De enige manier om dergelijke misdaden te voorkomen is niet nog strengere straffen in te voeren of meer gevangenissen te bouwen, maar te ijveren voor een samenleving met meer geluk en waarin meer verhalen worden verteld over mensen die om één of andere reden (het ‘lot’) gedwongen werden een comfortabele uitgangssituatie te verlaten om een probleemsituatie door te maken waar zij als wijzere en meer volwassen mensen uit te voorschijn kwamen. Alle mythologieën bevatten dergelijke verhalen, men denke aan Odysseus of aan het inferno van Dante. Ook ‘De Toverfluit’ van Mozart is een verhaal over het doormaken van moeilijkheden als initiatie en leerproces om tot de volwassenheid en het geluk toe te treden. Gelukkige mensen tonen het beste van zichzelf. Ongelukkige mensen tonen het slechtste van zichzelf. Ieder van ons kan gelukkig of ongelukkig zijn. Ieder van ons heeft het beste en het slechtste als mogelijkheid in zich. Gelukkig-zijn maakt het beste in ons wakker, ongelukkig-zijn het slechtste. Om die reden is geluk niet alleen individueel maar ook maatschappelijk belangrijk. 'Optimism is a moral duty' (Karl Popper). De samenleving is dan ook weinig gediend met verhalen over kwetsbaarheid en zwakte en over mensen die 'slachtoffer' zijn van omstandigheden en die opvang en zorg nodig hebben om te overleven. Het gaat om het tot stand brengen van een meer beschaafde en meer caring samenleving met minder groei in economische en materiële termen maar met meer groei in termen van geestelijke waarden, wijsheid en volwassenheid, en met meer mededogen en meer liefde, vooral voor diegenen die dat het meest nodig hebben. Dat zijn vooral kinderen, óók als die kinderen een volwassen leeftijd hebben bereikt en er uiterlijk als volwassenen uitzien maar nog niet tot volwassen gedrag zijn gekomen. Een humane, volwassen samenleving is streng voor de misdaad maar mededogend voor de mens die de misdaad heeft gepleegd. Vanzelfsprekend moet de rechtstaat het laatste woord hebben. Maar de grootsheid van de overwinnaar toont zich in de manier waarop hij de overwonne behandelt. Mededogen betuigen met vriendelijke mensen is gemakkelijk. Mededogen betuigen met mensen die een ernstige misstap hebben gezet, is heel wat lastiger maar toont wel de graad van beschaving en volwassenheid van een samenleving.