vrijdag 5 februari 2010

Mijn partner irriteert mij vaak en we hebben vaak ruzie. Hoe kan ik daar beter mee leren omgaan?

Zolang men alleen is, kan men gemakkelijk het idee koesteren dat men een bijzonder spiritueel wezen is en dat men “peace of mind” heeft bereikt, maar een relatie is de uiteindelijke test, het laboratorium (en soms de arena) voor onze levenskunst.

Elke relatie is een weerspiegeling van de relatie met jezelf. Zolang er boosheid en agressiviteit in jezelf aanwezig is, zal er ook boosheid en agressiviteit in je relaties zijn. Ruzie is wederzijdse agressiviteit. Elke agressiviteit en elk geweld begint bij het idee dat de ander niet goed is zoals hij is en gecorrigeerd moet worden. Het idee is dat de ander “fouten” of “tekortkomingen” vertoont die ons het recht geven ons te ergeren en op te winden en die wij moeten bijsturen. De boosheid en agressiviteit kan heel openlijk en zichtbaar tot uiting komen als psychisch geweld in de vorm van verwijten en beledigingen of zelfs als fysiek geweld, maar kan ook ogenschijnlijk heel zachtaardig zijn in de vorm van verwachtingen, ontgoochelingen, verdriet en andere vormen van affectieve agressie en emotionele chantage.

Boosheid en agressie wijzen erop dat de ander niet als een volwaardig mens wordt gezien, maar als een bij te sturen onvolkomen mens. Dat is een fundamenteel gebrek aan liefde en respect. Daardoor ontaardt elke relatie onvermijdelijk in een oorlogsgebied waarop een machtsstrijd wordt uitgevochten. De meest gebruikte wapens zijn zwaar emotioneel geladen beledigende en vernederende uitspraken als “egoïstisch zijn”, “niet willen inzien”, “van slechte wil zijn”, “verraad”, “bedrog”, “profiteren”, “misbruik maken”, “in de steek laten”, e.d. Op die manier projecteren we negatieve eigenschappen op de ander die daardoor de “slechte ander” wordt waarop we terecht boos kunnen zijn omdat hij ons “boos heeft gemaakt”. De ander is dus de schuld van onze boosheid.

Om tot een leven met minder ruzie te komen, is een fundamenteel pacifistische houding wenselijk. Daartoe zijn maar twee ingrediënten noodzakelijk: verwijten en agressie van de ander minder persoonlijk nemen, en zelf minder verwijten en agressie produceren.

Het eerste punt wordt geïllustreerd in een bekend Zen-verhaal. Stel dat je met je bootje rustig op een rivier aan het varen bent en van de natuur geniet, en dat er plots een ander bootje tegen je opbotst. Het is begrijpelijk dat je dan geïrriteerd en boos zult reageren, tot je je omdraait en merkt dat het andere bootje gewoon leeg is… Dan verdwijnt toch je boosheid? Het voorval is nog wel vervelend, maar er is domweg niemand om boos op te worden. Je boosheid verdwijnt dan ook vrijwel meteen… Je duwt het andere bootje weg en je vaart door met je eigen bootje.

Het inzicht is dat de ander vaak als een leeg bootje is. Er is niemand die je bewust heeft willen ergeren of boos maken. De ander was gewoon zo bezig met zijn eigen leven en zijn eigen problemen, dat hij onoplettend tegen jouw bootje is gevaren. Met andere woorden: zie het gedrag van de ander als een veruitwendiging van de problemen van die ander en niet als een vijandige aanval op het eigen leven en welzijn.

Het tweede punt vereist dat we niet langer van de ander eisen dat hij aan onze behoeften voldoet. Daardoor maken we de ander immers tot een instrument van onze behoeftenbevrediging. Dan gaat het om onszelf en niet om de ander terwijl liefde juist aandacht voor en aanvaarding van de ander is…
Een moeilijkheid is dat we zo vaak niet durven zeggen wat we echt willen of nodig hebben. Daardoor geven we ons immers bloot en denken we dat we zwak en kwetsbaar zijn. We worden dan immers afhankelijk van de ander. In de plaats daarvan is het gemakkelijker en stoerder om de ander te verwijten niet voldoende aandachtig of liefdevol voor ons te zijn. We projecteren ons ongenoegen op de ander. Het gevolg is dat de ander zich aangevallen zal voelen en zich zal verdedigen door op zijn beurt verwijten en beschuldigingen te uiten.
De remedie hiervoor is meer transparant te worden en gewoon uit te spreken wat men zelf echt voelt en wenst, op basis van de eigen behoeften, in plaats van zich te verschuilen achter verwijten en beschuldigingen. Dat is de basis van geweldloze communicatie. Daartoe zal het ook nodig zijn een meer pacifistische en respectueuze taal te leren spreken in plaats van de hogergenoemde zwaar emotioneel beladen taal. Men kan bijv. spreken over de “keuze” die de ander gemaakt heeft in plaats van over “verraad” of “onwil”. Het komt er dus op aan een meer respectvolle, beschrijvende taal te leren gebruiken in plaats van een oordelende en veroordelende. Wederzijds respect is de bottom-line van een relatie. Als die bodem eruit gevallen is, wordt de relatie een strijdtoneel.

Daartoe moet wel even stilgestaan worden bij de eigen gevoelens van irritatie en boosheid, om te onderzoeken wat men nu in feite echt verlangt. Dat kan dan ook uitgesproken worden in de vorm van een wens, een verlangen, in plaats van als een eis, een bevel of een verwijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten