maandag 5 januari 2009

Ik heb zoveel gegeven dat ik nu leeggegeven ben. Het wordt nu tijd dat ik eens wat terugkrijg!

De mythe van het geven is een interessante metafoor die evenwel misleidend is omdat er in de liefde nu eenmaal niets gegeven wordt en ook niets moet gekregen worden. Geven en krijgen horen thuis in de sfeer van de behoeftebevrediging. Bevrediging van behoeften is uiteraard niet verkeerd maar is geen liefde.
Hooguit zou men kunnen zeggen dat men aandacht geeft. Dat men zijn aanwezigheid geeft. En liefde is inderdaad dat: op een aandachtige wijze aanwezig zijn bij de ander, zonder bezig te zijn met de eigen behoeften. Maar aandacht en aanwezigheid zijn ook geen dingen die men geeft, maar zijn manieren van zijn. Men geeft geen aandacht, men is aandachtig. Men geeft geen aanwezigheid, men is aanwezig. Liefde is dan niet iets dat men geeft, maar iets dat men is. Men beslist om aandachtig en liefdevol te zijn.

Liefde is dan ook geen beloning omdat de ander zo goed of zo lief is geweest of zo goed aan onze behoeften heeft voldaan. Liefde is een houding van bewust aandachtig bij de ander zijn. En dat kan ook als die ander dingen doet die ons niet zinnen, die wij niet begrijpen, als de ander ons niet mag of ons zelfs vijandig gezind is.

Volgens Spinoza is liefde de vreugde om het zijn van de ander. Men is gewoon vervuld van vreugde omdat men getuige mag zijn van het zijn van de ander. Net zoals men door een bloem kan vervuld worden van vreugde, gewoon omdat die bloem er is en omdat men er bij mag zijn, omdat men er getuige van mag zijn.

Aangezien er niets gegeven of gekregen wordt, kan men ook niet teveel geven of leeggegeven zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten