dinsdag 19 oktober 2010

Een westerling en een boeddhist over het lijden

  • Hoe kunt u beweren dat er in het Boeddhisme een oplossing voor het lijden zou zijn?
  • Hoe kunt u beweren dat gewone, normale dingen van het leven oorzaak van lijden zouden zijn?
  • Maar als bijv. iemand die u zeer nabij is, overlijdt, dan gaat u mij toch niet vertellen dat dat geen lijden is?
  • Hoe kan dat een lijden zijn?
  • Omdat je dan toch iemand verliest!
  • Dat kllinkt weinig respectvol! Hoe zou je nu iemand kunnen "verliezen", die persoon was toch niet je bezit?
  • Ja ok, maar er is toch het gemis?
  • Wat is gemis?
  • Gewoon, het feit dat die persoon er niet meer is, dat je hem niet meer kunt aanraken, dat je er niet meer kunt mee praten!
  • Als een mooie reis voorbij is, is er dan ook een gemis? Als de zomer voorbij is, spreek je dan ook over een gemis?
  • Neen, want de zomer komt weer terug!
  • Dat is niet dezelfde zomer, dat is een andere zomer. Er komen ook altijd andere mensen in uw leven!
  • Ja, maar dat is niet hetzelfde!
  • Dat is juist wat het Boeddhisme goed begrepen heeft: alles verandert, niets blijft. Westerlingen aanvaarden gewoon niet dat dingen veranderen en vergankelijk zijn. Ze vinden dat alles wat er is, ook voor altijd moet blijven! Dat is juist wat het Boeddhisme "gehechtheid" noemt.
  • Maar euh... je kan iemand toch niet zomaar vergeten?
  • Wie zegt dat je iemand zou moeten vergeten? Het staat je toch vrij die herinnering aan die persoon in ere te houden? Je moet een mooie reis toch ook niet vergeten?
  • Ja maar dat is precies het pijnlijke! Telkens ik eraan denk, voel ik de pijn!
  • Wat is die pijn?
  • Het feit dat die persoon er niet meer is, dat het zo oneerlijk is...
  • Over wie gaat die pijn?
  • Ok, die gaat over mezelf...
  • Precies: dat is niet het eren van de overledene, dat is bezig zijn met jezelf. Dat is niet verkeerd of verboden, maar dat gaat wel niet over de ander. Je lijdt niet om de ander, je lijdt om jezelf als gevolg van je niet-aanvaarden dat iets in de wereld veranderd is!
  • Maar kun je mensen dan zomaar vergeten?
  • Waarom zou je die persoon moeten vergeten?
  • Maar het is juist de herinnering die pijn doet!
  • Het is niet de herinnering als dusdanig, maar de manier waarop je die herinnering gestalte geeft.
  • Hoe zou ik er dan anders aan kunnen denken?
  • Door met je aandacht bij de ander te zijn in plaats van bij jezelf. Met je aandacht bij de ander zijn is liefde voor de ander, ook als de ander er niet meer is. Je zou kunnen dankbaar zijn omdat die persoon in je leven gekomen is. Een mens die in je leven komt is immers een geschenk, geen recht. Je kan alleen maar dankbaar zijn voor dat geschenk! Waar lijden is, is geen liede. Waar liefde is, is geen lijden.
  • Dus lijden is egoïstisch?
  • Lijden is een vernauwing van het bewustzijn, een tunnelzicht op een bepaald gebeuren. Daardoor wordt het hele bewustzijn gegijzeld door een bepaalde feitelijkheid. Liefde is het openen van het bewustzijn zodat de aandacht naar de ander kan gaan, naar het geschenk van de ander in je leven. 
  • Maar het is pijnlijk dat dat geschenk er niet meer is!
  • Dat geschenk is er nog wél! Een mens is geen ding dat je bezit, een mens is een ervaring. Een ervaring kun je nooit meer verliezen, net zoals je de ervaring van een reis of van een goed gesprek nooit meer kunt verliezen. Dat heeft je blijvend verrijkt. Een mens die in je leven gekomen is, kan nooit meer uit je leven verdwijnen. Een mens die je gekend hebt, kun je nooit meer verliezen.. Hij is er alleen op een andere manier. Dat is ook zo als het om een kind gaat.
  • Maar het is toch oneerlijk!
  • Dat is weer je eis dat niets mag veranderen, dat in het leven alleen maar mag gebeuren wat jij fijn vindt of wat jij eerlijk noemt en kunt "aanvaarden" ...
  • Ik blijf het er toch moeilijk mee hebben...
  • Dat is omdat je vasthoudt aan het denkpatroon dat een overlijden een "verlies" is dat je moet "verwerken" en dat gepaard gaat met "lijden". Het Boeddhisme vertrekt van een ander uitgangspunt. Dat wordt weergegeven in het volgende verhaal.
    "De vrouw van Chuang Tzu was gestorven en Hui Tzu kwam hem bezoeken om hem te troosten. Hij trof Chuang Tzu zittend, op een tobbe slaand en zingend.
    Hui Tzu was verontwaardigd en sprak: “Jullie hebben als man en vrouw geleefd, zij heeft je kinderen opgevoed. Bij haar overlijden zou het toch het minste zijn dat je tot tranen bewogen zou zijn eerder dan op een tobbe te slaan en te zingen. Dit hoort niet!”
    Chuang Tzu sprak: “Toen zij pas overleden was, heb ik zeker gerouwd zoals iedereen.
    Maar toen dacht ik terug aan haar geboorte en aan de wortels van haar zijn, nog vóór ze geboren was. Niet alleen vóór ze geboren was, maar aan de tijd nog vóór haar lichaam gevormd was. En niet alleen tot vóór haar lichaam gevormd was, maar nog vóór de oorsprong zelf van haar levensadem.
    Haar levensadem veroorzaakte een transformatie en zij had een lichaam. Haar lichaam veroorzaakte een transformatie en zij werd geboren. Nu is er opnieuw een transformatie en zij is dood. Zij is als de vier seizoenen als lente, zomer, herfst en winter die elkaar opvolgen.
    Zij ligt nu vredig op haar kamer.
    Als ik zou snikken en huilen, zou het lijken alsof ik de gang van het lot niet zou begrijpen. Daarom ben ik gestopt.”
  • Wat moet ik uit dat verhaal begrijpen?
  • Dat een wijs mens niet lijdt. Het westen verheerlijkt het lijden en ziet het als een teken van gevoeligheid, van diepzinnigheid en van liefde. Volgens het Boeddhisme is lijden geen gevolg van gevoeligheid of diepzinnigheid maar van onwetendheid. Lijden wijst erop dat men het leven niet goed begrepen heeft.
  • Maar wat doe je dan met het rouwproces?
  • Het westerse rouwen is in feite een ná-rouwen, het rouwen ná een ingrijpende gebeurtenis. Dat rouwproces is nodig om tot onthechting en aanvaarding van het gebeuren te komen. Westerlingen kunnen het daar behoorlijk moeilijk mee hebben. Het Boeddhisme kent het concept van vóór-rouwen. Dat is het bewustzijn dat al wat er is eindig en voorbijgaand is. In het westen noemt men dat "zwarte gedachten" waar men probeert niet aan te denken. Daardoor moet de bewustwording en de denkarbeid inderdaad nog gebeuren op het moment dat zich een ingrijpende gebeurtenis heeft voorgedaan. Alsof men nog moet leren zeilen op het moment dat men in een storm terecht is gekomen. Het westerse rouwen is dus een soort inhaalbeweging waarbij men door de werkelijkheid gedwongen wordt om de ogen te openen voor de realiteiten van het leven die men vooraf niet onder ogen heeft willen nemen. Als men er vooraf niet aan gedacht heeft, moet men ná-denken. De lessen die niet werden geleerd, moeten alsnog geleerd worden. De Boeddhist daarentegen is al voorbereid, hij heeft vóór-gedacht en moet dus niet meer ná-denken en ná-rouwen. Hij besefte altijd al dat alles vergankelijk is en dat mensen en dingen eindig zijn. Hij leeft met meer "mindfulness". Daardoor leeft hij meer in het nu en kan dat wat er is juist bewuster en intenser waarderen. Dat zijn geen zwarte gedachten, dat zijn bevrijdende gedachten...
  • Moet ik daar dan voortdurend aan denken? 
  • Je moet uiteraard helemaal niets. Je mag denken en geloven en voor waar houden wat je wil, maar het is goed regelmatig voor ogen te houden dat de gevolgen van wat je denkt en voor waar houdt, altijd in je eigen leven tot uiting komen. Lijden wijst er precies op dat we iets nog niet goed begrepen hebben! Je zult dus lijden tot je beter begrepen en aanvaard hebt dat inderdaad alles in het leven vergankelijk is, zowel je eigen leven als dat van anderen, zowel je bezittingen en je status als je jeugd en je schoonheid of je relaties met anderen ... Waarom zou je dan zoveel kostbare tijd besteden aan lijden als je ook in liefde kunt leven? Waarom zou je dan wachten om deze les te leren tot het leven het je op hardhandige wijze duidelijk maakt? Waarom zou je dat dan niet meteen als een existentiële waarheid in je leven inbouwen?

5 opmerkingen:

  1. Wanneer mijn kinderen 's morgens met hun fiets naar school vertrekken maak ik me regelmatig de bedenking dat er wel eens iets zou kunnen gebeuren; een ongeluk bijvoorbeeld. (hoe meer kinderen, hoe meer kans dat er iets dergelijks zou kunnen voorvallen natuurlijk!) Dit lijkt dan inderdaad een 'zwarte gedachte'. Maar dat soort gedachte doet mij op dat ogenblik meteen zeer intens beseffen dat dat moment, elk moment, een uniek moment is, een moment dat nooit meer weer zal keren. Het gevolg van die zogenaamde 'zwarte gedachte' is dan dat ik veel intenser en liefdevoller aanwezig ben in het NU-moment, bij het vertrek van de kinderen. Voor mij heeft dit zogenaamde 'voorrouwen' dus niet enkel zin voor het geval er iets zou gebeuren, opdat ik beter voorbereid zou zijn. Het voorrouwen resulteert voor mij ook meteen in een houding van meer liefde en mededogen.
    Gert Cluyts

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 'Zwarte' gedachten heb ik nooit. Dankbare gedachten, daar heb ik er tientallen heel de dag door en dag na dag.
    Elke avond wanneer ik naar bed ga ben ik dankbaar voor mijn bed en het dak boven mijn hoofd en ik geniet er intens van dat ik zacht en droog mag liggen. Weinig mensen hebben dat geluk.
    Iedere morgen wanneer ik onder de douche sta ben ik enorm dankbaar voor het water, denk ik aan de vrouwen die kilometers ver moeten stappen om een emmer water naar huis te brengen en sta ik versteld van het geluk dat ik heb dat het warm (!) water zomaar over mijn hoofd vloeit en vraag ik mij af aan wat of wie ik dat te danken heb.
    Hetzelfde wanneer ik naar de supermarkt ga. Ik snap niet dat naar de supermarkt gaan voor sommige mensen een karwei kan zijn. Elke keer dat ik de supermarkt binnen stap sta ik er even bij stil dat al die weelderigheid voor mij voor het rapen ligt. Dat ik genoeg geld heb om gelijk wat te kiezen : de goedkoopste vis of de allerduurste vis, één soort fruit of tien soorten fruit als ik dat wil en ben ik daar enorm dankbaar voor.
    Wanneer ik onder de regen of door de hagel fiets doet elke druppel en elke hagel mij beseffen wat een geluk ik heb dat ik kàn fietsen. Mijn benen doen het nog !
    Zo ook elke morgen wanneer ik mijn kind(eren) in zijn/(hun) kamer ga(ging) wakker maken. Elke morgen ben/(was) ik verbaasd dat hij/(ze) zonder mij de nacht levend heeft/(hadden) doorgebracht. Elke morgen is/(waren) hij/(ze) een geschenk uit de hemel die ik elke morgen dag na dag opnieuw krijg/(kreeg).

    Ik denk dat het lijden van de mensen komt omdat de mensen heel veel of zelfs alles als vanzelfsprekend beschouwen, als iets heel normaal dat hen toekomt.
    Daarom zijn ze ongelukkig wanneer ze de dure auto, de chique villa of de rijke man niet hebben wat ze denken 'dat hen toekomt'. Of wanneer ze iets verliezen dat ze hadden en dachten dat het 'hen toekomt'.

    Elke morgen dat ik wakker word is een geschenk en ook alles wat ik die dag mag mee maken is een geschenk. Ook wanneer ik iets minder 'gelukkigs' mee maak is dat een geschenk. Omdat het me helpt verder groeien en elke dag mij helpt een beetje meer worden wie ik écht ben.
    Catherine, mama van Arno (15, nog in leven) en van Tosca en Madeline (11, overleden).

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Net nadat ik dit (hierboven) geschreven had ontdekte ik dit filmpje dat een vriendin gepost had een paar uren eerder op mijn facebook :
    http://www.youtube.com/watch?v=flkFW5E0XcM

    :-)

    Catherine Paulus

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeer mooie uiteenzetting die in heel wat boeken en cursussen terug te vinden zijn maar diezelfde woorden/zienswijze blijven inspirerend en verrijkend en bovendien steeds vernieuwend aanvoelen.
    Mag ik zo vrij zij om volgende vraag te stellen :
    Kan het zijn dat het menselijk verlangen naar het gemis (lijden) van een partner/kind soms ook positief kan zijn (vb. ik kan me voorstellen dat personen welke gevangen zitten in kampen/gevangenissen moed en doorzettingsvermogen ontwikkelen als men in gedachten de hereniging van hun partner/kind voor ogen houden...
    Tevens als volwassen personen kunnen we het gemis (lijden) een plaats geven, hoe zit het met de pijn van gemis (vb.sterfgeval van een ouder/broer of zus) bij baby's en kinderen...
    Volgende zienswijze lijkt me niet haalbaar :
    "Door je aandacht op de ander te richten in plaats van op jezelf. Dat is liefde voor de ander, ook als de ander er niet meer is. Je zou kunnen dankbaar zijn omdat die persoon in je leven gekomen is. Een mens die in je leven komt is immers een geschenk, geen recht. Je kan alleen maar dankbaar zijn voor dat geschenk"...
    Rina Gubanski

    BeantwoordenVerwijderen
  5. 'Voor-rouwen'... een verhelderende invalshoek.
    Dank je, Gerbert, ik blijf inspirerende zaken lezen op jouw site.
    Vaak formuleer je de dingen weer nét iets anders, zodat ik er een nieuw inzicht uit kan destilleren, of mijn bewustzijn kan verdiepen.

    Hartelijk dank,
    Jasmien

    BeantwoordenVerwijderen